Stichting Lumen

Voor stervensbegeleiding

Een koninklijk afscheid

Ik ontmoette Jeanne bij een cursus. Het zal rond 1998 geweest zijn. Wij hadden een onmiddellijke click. Het was een mooie vrouw met hele zuivere inzichten en erg gericht op ethiek en integriteit. Je hebt dat wel eens. Je komt iemand tegen en het is meteen goed en er is een wederzijds “soulmate-gevoel”. Tijdens de cursus zei ze op een zeker moment:

”als ik ooit in geestelijke nood verkeer, wil ik dat jij mij helpt”. De cursus was voorbij en we gingen elk ons weegs. Hard werken in de maatschappij en vooral dienen. Maar, als we elkaar een keertje zagen, was “het”er meteen weer. In 2011 hoorde ik dat ze ernstig ziek was. Ik stuurde haar een kaartje met de mededeling: “lieve Jeanne, ik hoor dat je erg ziek bent. Je weet, als je het wilt, ben ik er voor je”. Ik kreeg geen reactie en dacht:”ach ze heeft zoveel mensen om zich heen, het komt wel goed”. Ik zette haar naam op mijn gebedenlijstje wat ik heb en dat was het dan. In 2013, het najaar, zat ik op een vrachtschip op de Oostzee. In een gebied waar geen bereik is met de GSM.

 

Ik weet het nog heel goed. Ik werd wakker en moest de hele dag aan Jeanne denken.

Plotseling ging mij telefoon. Dat kon helemaal niet??? “Hee jongen, met Jeanne. Het gaat niet goed me en ik heb je nodig. Mijn einde komt er aan. ” Ik antwoordde:”lieve schat, ik zit op zee met slecht bereik, maar zo gauw ik terug ben, kom ik bij je langs. Ik hoop dat ik op tijd ben. “ . “dat is goed antwoordde ze, ik wacht wel op je”.

In november stond ik bij haar op de stoep in Bussum. Er kon nog een beetje gewandeld worden, ondanks de pijn. Ze wilde euthanasie laten plegen. Haar ziekte had deels zijn  kans gegrepen omdat ze klaarstaan voor anderen veel belangrijker vond dan zichzelf.

Wij liepen en zaten uren. Alles wilde ze weten. Haar ideeën spiegelen over het hiernamaals.

Verstoorde relaties herstellen. Als ze euthanasie liet plegen, moest alles van het leven vergeven zijn en goed gemaakt. De omgeving moest er aan toe zijn. Ik bewonderde haar liefdekracht, maar ook haar koele berekening om alles goed te doen.

Zij had niet veel affiniteit meer met de RKK, maar wilde wél gebruik maken van alle sacramenten die ik als Vrij Katholiek Priester kon geven.

Zij wilde het Heilig Oliesel krijgen, als de arts gearriveerd was voor de euthanasie.

 

Ik ging dat een paar dagen van tevoren met haar bespreken. Wij bespraken het en zij pakte mijn hand vast. Zeker een uur lang zaten wij zo. Haar man Henk zat er ook bij en er was een serene stilte in het huis. Na een diepe zucht lieten wij los en ik zei: “dit was het gevoel van de eeuwigheid, je kan in vrede gaan”.  We waren alle drie diep ontroerd.

 

Daags daarna was het zover. Met beklemd gemoed ging ik naar binnen.

Ik zei nog tegen Henk: “hoi Henk, alles goed?”. Ik schrok me kapot. Nee natuurlijk is niet alles goed. Het is vreselijk!. Ook als begeleider maak je altijd stomme fouten.

 

Henk bracht mij naar de keuken. Even later arriveerde de arts. Het was haar eigen huisarts en ze kenden elkaar al heel lang. Ze stond erop dat haar eigen huisarts de euthanasie uitvoerde.

“ik ben een beetje bijzondere arts”. “Ik werk samen met de engelen”. Ik antwoordde meteen: “dat is mooi, ik ook!”.

Jeanne was gedoucht door haar aangenomen zoon en heel mooi gekleed en opgemaakt.

Wankel maar zelfverzekerd kwam zij de trap af. De arts en ik keken elkaar aan. “Wow wat is ze mooi, wat een uitstraling.”

Ik maakte mijzelf klaar voor de laatste zalving. Met Henk, de arts, en haar zoon voerde ik het ritueel uit. Toen ik klaar was, namen  Jeanne en ik afscheid, gaven elkaar  een kus en ik ging naar de keuken.

De arts deed zijn werk en ik stak een kaars aan. Ik hoorde na vijf minuten een luide snik en wist dat het gebeurd was. Later bleek dat de anderen die snik nooit gehoord hadden. Dat zijn van die dingen.

De arts kwam de keuken in: “ze is er niet meer”. Hij brak. Dikke tranen liepen over zijn wangen. Mijn hele beeld over euthanasie kwam in een heel bijzonder perspectief te staan.

De artsen die dit doen, moeten begenadigd zijn met een enorme liefdeskracht! Dat je datgene doet, waar je juist helemaal niet voor opgeleid bent, (namelijk: mensen beter maken.) getuigt van een enorme opofferingsgezindheid.

Mensen realiseren zich dat niet;denken dat het een medisch kunstje is wat je gewoon kan uitvoeren.

Wij raakten kort in gesprek en hij klaarde al gauw ook weer op. “weet je”, zei ik: “als je iemand goed begeleidt, wordt dat altijd heel intiem.

En dan gaat er altijd een vriend of vriendin dood”.

In de loop van de avond kwam eerst de schouwarts en  toen de begrafenisonderneemster.

Ook weer zo’n eenmansbedrijfje. Samen droegen we de kist naar boven en met z’n allen legden we Jeanne erin. Ze kreeg een prachtig plekje in de hoek van de kamer met veel bloemen en in de late avond hield ik samen met opgeroepen familie de katholieke absoute, oftewel het afscheidsritueel.

Ik nam afscheid van de mensen, stapte in de auto en reed de hoek om. Ik stopte en ging een rondje lopen. Ik liet mijn tranen de vrije loop. En dan is het over. Dat is mijn manier om met dit alles om te gaan.  Ik stapte in en ging naar huis.  Vol verwondering, bewondering, ontzag en dankbaarheid. Bij zulke intensieve begeleidingen leef ik altijd een week of twee tussen hemel en aarde. Zweef een beetje. Geen verdriet, maar wel een beetje vaag droevig, en dat is maar goed ook.