Een engel aan je bed
Ik kende Wim nog maar kort . In de 90 en af en toe behoorlijk last van zijn geheugen. Hij was jarenlang bedrijfsleider geweest in een verffabriek. Hij was stervende en via via werd mij verzocht hem en zijn vrouw te bezoeken. Zijn vrouw wist dat ik zou komen. “goeiemiddag, ik kom eens even kijken of ik iets voor jullie kan doen”. “ wat fijn dat u even komt”,
zegt de vrouw. Wij raakten in gesprek en ik stelde vragen rond hun achtergrond. Van geloof was geen sprake. Ze hadden het er ook nog nooit over gehad. Mijn vraag, of Wim ook een beeld had van een hiernamaals( ga je ergens naartoe of is het gewoon afgelopen), was in hun leven samen nooit ter sprake gekomen. “wij hadden het daar nooit over”. (er zijn best nog veel mensen voor wie het spreken over dood of hiernamaals een taboe is).
Wim lag in zijn bed tijdens het gesprek en zijn vrouw zat ernaast. Wim doezelde en begon te wijzen met zijn vinger. Ik zei:”Wim, zie je wat?” Hij knikte, maar kon niet meer praten. Ik vroeg hem: “is het je vader?” hij schudde zwak nee. “is het je moeder?” nee. “is het een engel?”
Een glimlach kwam op zijn gezicht, hij schudde “ja”. Ik zei:”dat is fijn Wim, dan kan je veilig gaan! Ga in vrede Wim, het is goed zo”. Hij sloot de ogen en zakte weg. Diezelfde nacht gingt hij over.
Op de vraag over de engel riep zijn vrouw: “hij heeft het nog nooit over een engel gehad!”.
Ik legde haar uit dat waarnemingen van een stervende vaak helpen om over te gaan.