Vier fasen rouwverwerking nabestaanden
Wanneer de patiënt overleden is, krijgen de nabestaanden te maken met een herhaling van de periode van emoties die de stervende doormaakte. Iedere rouwverwerking is anders, maar ook hier is een algemeen patroon zichtbaar.
Vooral de eerste twee jaar zijn heel zwaar: in deze periode maakt men de verdoving na het overlijden, het voorzichtige besef van het verlies en daarna de harde realiteit van het verlies mee.
In de laatste fase van deze periode kan men ook op onbegrip van de omgeving stuiten. Na ongeveer twee jaar kan men het emotioneel aan om nieuwe plannen te gaan maken, maar het opbouwen van een nieuw leven kost ongeveer zeven jaar.
Rouw is verwerkt wanneer iemand over het verlies kan praten zonder al te emotioneel te worden.
Rouwverwerking gaat gepaard met rouwsymptomen die van een fysieke, handel technische, emotionele en cognitieve aard kunnen zijn. Hoofdpijn, eetproblemen, schuldgevoel en verwardheid zijn hier voorbeelden van. Rouwenden en zieken hebben in hun rouwverwerking moeite om contact te houden met de buitenwereld. Daarom is het belangrijk om, vooral de eerste twee jaar, afspraken te maken (bijvoorbeeld een bezoekagenda aan te leggen) om zo in contact te blijven.