Stichting Lumen

Voor stervensbegeleiding

Vijf stadia emoties bij sterven

Wanneer iemand te horen krijgt dat het einde nadert, brengt dat veel emoties met zich mee. Dit zijn vaak herkenbare emoties, maar omdat de situatie waarin ze gevoeld worden onomkeerbaar is, zijn ze vaak heel heftig. Hoewel iedereen op een eigen manier met deze vorm van rouwverwerking omgaat, is er volgens arts en psychiater Elisabeth Kübler-Ross wel een vast patroon te onderscheiden. 

In de eerste fase ontkennen patiënt en betrokkenen dat de patiënt gaat sterven. Dit is onderdeel van het menselijk afweersysteem en kan verschillende vormen aannemen. Zo kan een patiënt de strijd aan willen gaan, een second opinion aanvragen of het nieuws negeren. Over het algemeen vindt al vrij snel een (gedeeltelijke) acceptatie plaats, maar soms is dit helemaal niet het geval.

Dan slaat, in de tweede fase, de woede toe. De patiënt is boos omdat dit juist hem of haar overkomt en ergert zich aan anderen die gezond zijn en doorgaan met hun leven. Dit gevoel komt voort uit onmacht en kan ontmoetingen tussen patiënt en betrokkenen een pijnlijk randje geven. 

Om de onmacht uit de weg te gaan, gaat de patiënt in fase drie marchanderen, of onderhandelen. De patiënt probeert het met het eigen lichaam of met een hogere macht op een akkoordje te gooien om bijvoorbeeld een speciale datum later in het jaar nog te halen. 

Hieruit volgt dat de patiënt zich in fase vier steeds verdrietiger en depressiever gaat voelen. De waarheid dringt steeds meer door. De patiënt kan zich willen afzonderen uit schaamte of als reactie op het verlies van hoe het eerst was, maar de patiënt kan ook juist contact zoeken met anderen als voorbereiding op het naderende afscheid.

In fase vijf volgt de aanvaarding. De patiënt heeft in de vorige fasen gerouwd en wacht het einde in enige vorm van berusting af. Vaak is dit ook de fase waarin de patiënt klaar is om afscheid te nemen.